Radiocolumn voor RTV-NOF, uitgezonden op zaterdag 23 oktober 2021
Dit is mijn allerlaatste column voor RTV-NOF. In gedachten hoor ik nu een volle zaal “Àhhh…” zeggen.
De eerste column ging erover hoe je als coach er een sport van kunt maken om jezelf overbodig te maken. In deze laatste wil ik het hebben over hoe het is om gecoacht te worden. En dan niet op het gebied van zang, hoewel ik daar na al die jaren nog steeds graag in gecoacht word. Nee, ik wil het hebben over coaching op het gebied van je eigen groei.
Kijk, vorig jaar kon ik zoals zovelen in de culturele sector ineens niet ondernemen zoals ik gewend was en na een tijdje raakten de inspiratie voor online werken en de ideeën voor “wat dan wél kon” een beetje op. Begin dít jaar had ik me maar overgegeven aan luiheid en mijn nieuwe hobby, keramiek. Maar, als je als ondernemer een tijdje niet onderneemt, dan besta je al gauw niet meer. Dus, ergens eind augustus begon ik hem een beetje te knijpen. En ook te twijfelen. Wilde ik nog wel ondernemen? Wilde ik iets heel anders gaan doen? Maar wat dan? Kortom, van die vragen waar je in je eentje aardig in kunt verzanden. En aangezien ik op de klei woon zat ik al gauw diep in het slik. Voor inspiratie en energiehuishouding geen fijne situatie. Dat moet allebei lekker kunnen bewegen en doorstromen.
Het was dus tijd om op zoek te gaan naar een baggeraar. Nou heb ik een paar mensen in mijn netwerk die ik kan bellen om even te helpen baggeren, maar het leek me toch beter om een baggeraar van buiten mijn omgeving in te huren. Iemand met een vers perspectief. Een coach dus.
Via het Bureau Zelfstandigen kwam ik op een pagina met een zee van coaches. Dat gaf meteen een probleem. Welke moest ik kiezen? Ik zag vrolijk lachende poppetjes, met enthousiaste stukjes tekst. Iets leuks schrijven over zichzelf, dat kunnen natuurlijk alle coaches.
Toen heb ik één van die mensen uit mijn netwerk gevraagd: “Joh, zoek jij eens de coach uit die ik niet niet wil. Die ik dus niet eens zie. Iemand die niet voor me gaat baggeren, maar mij een schep en eventueel een flinke schop geeft.” Niet dat ik daar nou zo dol op ben, trouwens, maar het moge duidelijk zijn dat ik niet het meest meegaande type ben, dus een lieve, aardige, meevoelende coach die met me mee ging praten, daar zou ik niet verder mee komen. Dan blijf je doormodderen in hetzelfde slootje.
De behulpzame vriend koos drie coaches uit die mij inderdaad niet eens opgevallen waren. Daar koos ik er weer één van. Ik kan deze methode van kiezen trouwens aanbevelen. Overweeg je zelf een coach aan te trekken, voor je loopbaan, of je persoonlijke groei, of je grote ommezwaai, stel dan een lijstje samen en laat iemand die jou best goed kent, maar jou niet hoeft te pleasen, een goeie coach voor je uitkiezen. Dan ben je al één stap verder uit je comfortzone. En we weten allemaal dat daarbuiten het goud te halen valt.
Wat is nou een goeie coach? Voor mij is dat er een die vragen stelt waar ik niet meteen het antwoord op heb. Of zelfs vragen die ik niet eens snap. Voelt dat lekker? Nee. Is het fijn? Ook nee. Waarom is het dan wel goed? Nou, als iemand jou vragen stelt waar je in eerste instantie geen antwoord op hebt, of die je niet eens begrijpt, dan komt dat molentje in je hoofd na een tijdje stil te staan.
Dan weet je even helemaal niks meer. Dat is nog steeds niet fijn, trouwens. Maar, dat levert wel iets op. Want, als een zweefmolen stilstaat, dan kunnen alle… misselijke mensen eruit. En de nieuwe, frisse kunnen erin. Dus, als je hoofd stil valt kan er bijvoorbeeld nutteloze ouwe meuk uit. Die gooi je dan gewoon weg. En nieuwe inspiratie of een nieuw idee kan erin. En dat voelt wél lekker.
Coaching moet dus een beetje oncomfortabel voelen. Een beetje schuren en botsen. Anders gebeurt er te weinig.
Mijn coach had vóór het eerste gesprek al een probleem gesignaleerd dat ik zelf nog niet eens doorhad. Met de relevante zoektermen kon ze mij op internet niet eens vinden! Terwijl ik toch redelijk actief ben op sociale media en een goed werkende website heb.
Voor een ondernemer is onvindbaarheid natuurlijk code rood. Gelukkig was dit iets waar ik meteen concreet mee aan de slag kon. Mijn nieuwe website vergde nog wat werk en ik gebruikte toch niet alle sociale media even efficiënt. Ze had meer dingen waar ik zelf niet aan gedacht had, of waar ik een vastgeroeste mening over had. En iets wat voor jou een vaststaand feit is, ga je niet meer onderzoeken. Zodra dat vaststaande feit even van zijn fundament gehaald wordt is er weer iets nieuws mogelijk. Zo zette ze met één gesprek mijn molen niet alleen stil, ze gaf hem ook een zet de andere kant op. Bovendien had ze me in één keer uit de bagger en uit mijn luie leunstoel. Ik kon aan de slag.
Na twee gesprekken was het mij weer duidelijk dat ik toch echt ondernemer ben. En vanuit die duidelijkheid onderneemt het ook weer een stuk makkelijker. Mijn derde sessie is volgende week. Mijn schep staat al klaar.
Ik wens u allen veel duidelijkheid en zonodig een goeie schep.
Enne, blijven zingen, hè!