Het kan bijna niemand zijn ontgaan, maar voor degenen die echt al helemaal in de wintercocon zitten; ik heb op 6 december meegezongen in de Meezing-Messiah van de Nederlandse Reisopera in Theater Carré. Dat was toch voor amateurs, hoor ik mensen denken en ja, dat was het. En dat ben ik niet. Althans, niet op het gebied van zang. Wel op het gebied van Händels Messiah, want daar had ik nog nooit een noot van gezongen. Nou ja, behalve dan die paar bekende die we allemaal wel eens jubelen.
In eerste instantie zag ik het bericht op Facebook en dacht: hee, dát is leuk voor de mensen, dus ik deelde het. Vijf minuten later realiseerde ik me dat míj dat vooral heel erg leuk leek. Bovendien, ik wil ieder jaar iets nieuws leren en het was al november, dus de tijd drong. Toen rees de vraag of ik het zou redden, in een maand tijd. Want, het is een lang oratorium met heel veel koorstukken en ik heb nou niet bepaald een geraniumleven. Het antwoord bleek simpel. “Geen idee, maar het lijkt me leuk, dus ik begin gewoon.” Bovendien zou ik tussen honderden mensen terecht komen en dan kun je veel meer dan in je eentje. Dat leer ik mijn open-workshoppers ook altijd en dat kon ik nu weer eens zelf ervaren. Ik ging gewoon genieten.
Kaartje gekocht bij Carré, bladmuziek besteld (dik boek!) en op de sociale media gekraaid dat ik meedeed. Nu kon ik niet meer terug. Het eerste weekend heb ik bijna non-stop naar een prachtige uitvoering geluisterd met het koor Tenebrae o.l.v. Sir Colin Davis (die af en toe stukjes begeleiding meezingt, hihi). Heerlijk. Wel goed dat ik de bladmuziek nog niet had, anders was ik waarschijnlijk gaan meelezen. Zonde. Oren en hart eerst.
Veel noten
Toen begon het studeren. Veel, veel, veel noten… Veel, veel, véél, lange loopjes. Na een paar dagen zat mijn stem volledig op slot. Piepen met overslaan naar beneden en het voelde alsof hij continu in de klem zat. Ik deed duidelijk iets fout (joh, echt?). Gelukkig wilde mijn eigen coach, Harjo Pasveer, wel even een skypecoaching geven. Binnen een paar minuten was de klem eraf en kon ik zingen met “losse” stembanden*), zonder enige inspanning. Da’s lekker hoor, met al die hoge noten. Hup, verder studeren. En mijn leerlingen plukten er meteen de vruchten van.
Ik had al snel een ritme te pakken. Tussen de bedrijven door pakte ik eerst het laatste stuk van de dag ervoor en dan twee of drie nieuwe. Af en toe herhaalde ik alleen maar. En af en toe kwam ik drie dagen niet aan studeren toe. Dat mocht ook. Langzaam begonnen hele bladzijden te beklijven, ging ik de harmonie snappen. Deze site hielp. Mooi hoefde niet, dat kwam later wel. Ik merkte hoe stukken die ik al snapte steeds makkelijker te zingen waren en dus beter gingen klinken. Weer genieten. Het instuderen ging gelukkig steeds sneller, tot ik bij Part III was aanbeland. Toen zat mijn hoofd blijkbaar ineens vol. En Part III heeft nu juist tamelijk tricky stukken! Ik besloot er niet mee te gaan zitten en te doen wat ik kon. Wat er niet in zat was jammer. Ik ging het wel “wingen”.
Ondertussen was er met name op Twitter een aardige hype ontstaan (zie #MeezingMessiah). Ik had al gemerkt dat de mensen van de Nederlandse Reisopera dolenthousiast waren en ook hun directeur (en “onze” dirigent) Nicolas Mansfield kwam met humor en passie uit de hoek in tweets en interviews. Kortom, ik was niet de enige die ernaartoe leefde. We hadden er allemaal zin in.
Genieten dus
Op de dag zelf hadden we buiten in de rij al lol en dat zette de toon. Zeshonderd mensen hadden enorm zin in dit feest. “Het belangrijkste is dat jullie genieten”, zei Mansfield in zijn openingsspeech. Een man naar mijn hart! Zodra het orkest inzette voelde je de opwinding door de zaal gaan. Die ouderwetse, kinderlijke, daar-zijn-de-kadootjes-opwinding. En na het eerste koorstuk móésten we gewoon even applaudisseren. Voor die massale koorklank, voor de kop is eraf, voor de buurvrouw die het al eens gedaan had, voor koor en orkest en voor de maestro, aan wiens gezicht te zien was hoe gewéldig dit was.
De rest van de dag ging in een roes voorbij. In rap tempo zongen we bijna de hele Messiah door, kregen we een prima lunch (in een papieren tas, dus geen gedoe met rijen voor een buffet) en glansden we door de uitvoering. Extra punten voor wie na de prachtig gezongen aria’s kon inzetten zonder brok in de keel.
Af en toe genoot mijn coach-hart even mee. Bij één van de uptempo stukken wilde de dirigent afsluiten met een enorme vertraging. Op dat moment besloten 600 mensen het vliegtuig zelf wel even te landen. Gevolg: gigantische chaos. “Dat doen we nog eens,” sprak Mansfield, draaide zich naar het orkest, zette vier maten eerder weer in, draaide zich om naar ons en 600 mensen zaten als met touwtjes aan zijn handen, ogen en mond vast. Loepzuivere landing! Lekker!
Geweldig was het om te merken wat je met zo’n snelkookpan-concentratie met zoveel mensen kunt. Wat heb ik genoten van weer eens heerlijk galmen, zonder verdere verantwoordelijkheid, zonder organiseren, zonder werving, zonder wérk. Alleen maar zingen. Waar het allemaal ooit mee begon. Collega’s, ik kan het aanraden.
Dank je wel, Nederlandse Reisopera, Orkest van het Oosten, koor Consensus Vocalis (dat ik nog een keer echt goed wil horen), prachtige solisten en Theater Carré. Ik wil nog een keer!
De volgende dag reed ik terug naar Friesland, zette de radio aan en viel middenin een uitvoering van het Hallelujah. Het klonk een beetje iel… 😉
*) Geen technische term en ook niet helemaal waar, maar zo voelt dat.