Radiocolumn voor RTV-NOF, uitgezonden op zaterdag 17 juli 2021
Vorige week was ik op bezoek bij een kennis met kinderen. Terwijl er buiten druk gevoetbald werd door twee van hen zaten wij binnen bij te praten en ondertussen zat kind drie muisstil op de bank, te spelen met iets frutserigs van gekleurde draadjes.
Op een gegeven moment zag ik dat ze dromerig voor zich uit zat te staren. Voor mij heel herkenbaar.
De moeder zag mijn blik en zei snel: “Ja, dat is een dromertje hoor. Zo zit ze wel vaker. Op school ook, helaas, zegt de meester.”
Meteen zie ik mijn oude schoolrapporten voor me, waarin, naast het rijtje “Beleefd, behulpzaam, mededeelzaam” ook altijd “werktempo te traag” stond ingevuld, waar mijn meester dan ook nog bij schreef: “Ziet alle vogels vliegen.”
Pff, werktempo te traag. Te traag voor wat? Voor school? Voor die altijd ongeduldige meester? Beiden waren gelukkig tijdelijke invloeden. En de volwassenen om mij heen waren destijds wel zo slim dat ze dromerigheid niet verwarden met domheid, want ik was bijdehand genoeg, toevallig. En bij de echt interessante vakken dróómde ik niet weg.
Ondertussen, in het huis van dat kleine “dromertje”, wordt mijn kopje me onder de neus gehouden met de vraag of ik er nog één wil. Oeps, ik was blijkbaar even weggedroomd. Als het goed is blijf je dat namelijk altijd kunnen, dat wegdromen. Want dat het iets goeds is om dat te kunnen, daar ben ik van overtuigd. Oké, je moet af en toe in het leven flink bij de les blijven, maar in het dromen, dáár ontstaan de goeie ideeën en de mooie plannen voor later. Wat ik mij brom.
Terwijl de moeder de kamer uit is zie ik dat het meisje weer geconcentreerd bezig is met die draadjes. En nu zie ik ook wat ze doet. Ze zit heel geduldig een dikke kluwen van restjes wol uit de knoop te halen. Ja, kijk, geduldwerkjes, dáár zijn dromers goed in, zeker als kind. Zilver poetsen, handwerken, huizen bouwen van lucifers, puzzels leggen, druipkaarskastelen maken. Maar ook, onkruid wieden tussen de tegels, of een struik in vorm snoeien (wat jaren duurt), of vogels zien vliegen én leren herkennen. Oh, en nog zo’n voorbeeld: eindeloos een bal hoog houden. Daar heb je veel oefening en opperste concentratie voor nodig. En dat is ook een vorm van dromen. Oh, en Lego. Dat vinden ouders altijd fijn, als een kind speelt met Lego. Dan denken ze dat dat kind iets praktisch zit te doen. Motoriek trainen. Ruimtelijk inzicht kweken. Ja, allemaal leuk en aardig, maar als je met je handen bezig bent kunnen je gedachten fijn wegdromen. Alleen, heeft dan niemand dat in de gaten. Tipje van een dromer.
Als je dan later in je leven een vak of beroep tegenkomt waar je die droomskills in kwijt kunt, dan word je niet alleen een succesvolle, maar ook een blije volwassene. Je hebt bijvoorbeeld dromers die prachtige dingen maken. Houtsnijwerk voor een kerkorgel, restauratiewerk, muziekinstrumenten. Een heel mooie, op maat gemaakte kast. En kunst, natuurlijk. Allemaal gemaakt door dromers die hun dromen kunnen vertalen naar de werkelijkheid.
Ook in teams heb je dromers nodig. Die zijn namelijk gewend om mogelijkheden te zien buiten de kaders. Dus, als je wilt innoveren, of een probleem moet oplossen, haal een dromer binnen je team en er gebeuren onvoorspelbare dingen, waar je je voordeel mee kunt doen. Trouwens, veel bedrijven zijn gestart vanuit een droom.
Kortom, in een maatschappij waar “doen” en “aanpakken” heel belangrijk gevonden wordt breek ik hier een lans voor de dromer. Als je dus een kind ziet dromen, bemoei je er dan maar even niet mee, want dat kind is dan iets aan het doen in een wereld waar je als volwassene niet kunt komen en ook niet bij nodig bent. Dan kun jij fijn even iets voor jezelf doen.
Weet je wat dromers ook goed kunnen? Zich vervelen zonder zich te vervelen. Een doener moet altijd meteen iets doen. Een dromer droomt weg en verzint dan wel weer iets om uiteindelijk te gaan doen. Dat is bijvoorbeeld erg handig in de schoolvakanties. Want ik ken menige ouder die een zucht van verlichting slaakt als die weer voorbij zijn.
Tijdens het tweede kopje koffie staat het meisje ineens op en gaat naar haar kamer. Dat doet ze vaak, aldus de moeder. Dan heeft ze iets bedacht. Weer herken ik iets.
Bij het weggaan zie ik door een open deur het meisje aan haar bureau zitten. Ze plakt draadjes op een grote, ingewikkeld uitziende tekening. Blijf dromen, meid. Jij komt er wel.
19/07/2021 @ 12:47
Wederom een onderhoudend verhaal van deze prettige vertelster. Zelfs als Ellen alleen maar wil vertellen, hoor je de muziek in haar stem. Ik zou haar ellen wellen (s) een boek horen vertellen(s).